Oudere kousenbanden tussen Nederland en Engeland

© André Stufkens, 19 juni 2019

 

Koning Willem-Alexander in de kleding van de Orde van de Kousenband tijdens de ceremonie op 17 juni 2019.

Koning Willem-Alexander werd op 17 juni 2019 tijdens een al eeuwenoude ceremonie door koningin Elisabeth II geïnstalleerd als Ridder in de Orde van de Kouseband.1 Deze oudste en hoogste ridderorde van het Verenigd Koninkrijk heet officieel Most Noble Order of the Garter en werd in 1348 ingesteld door koning Eduard III. Zijn ideaal: een orde van ridders vergelijkbaar met die van de legendarische Ronde Tafel van Koning Arthur.2 Vele media repten van een lange traditie in Nederland met Maurits van Oranje-Nassau als allereerste prins voorzien van een kousenband in 1612. Een enigszins gekleurde visie, die zich onnodig beperkt tot de 17e eeuw en het Huis van Oranje, want deze traditie is ruim twee eeuwen ouder en gaat terug op het hertogdom Gelre. De eer om als volwaardig ordelid te worden opgenomen viel als eerste hertog Willem I van Gelre te beurt. Zeven jaar later volgde zijn vrouw, Catherina van Beieren-Holland, hertogin van Gelre, als Lady of the Garter.3 Zij ging bijna zeshonderd jaar voor op de benoemingen van koningin Wilhelmina, Juliana en Beatrix.4

Een politieke benoeming
   Op 10 mei 1390 deed de Engelse koning Richard II de blauwe kousenband om de linkerkuit van hertog Willem I van Gelre, de mecenas van de Maelwael-Van Lymborchs. De plechtigheid vond toen ook al plaats in ‘Wensoer’ (Windsor). Dit lidmaatschap bevestigde de status van de Gelderse vorst als loyaal vazal. De hertog had volgens kroniekschrijver Jean Froissart gedurende de twee voorafgaande jaren in heel Europa enorme indruk gemaakt door zijn flitsende overwinning in juli 1388 op een veel groter Brabants leger, geholpen door Engelse boogschutters vanaf de stadsmuren van Ravenstein. Zijn verzoening met de Franse koning Karel VI die met een machtig Frans leger twee maanden later tot de grenzen van Gelre was opgetrokken na een door Engelse raadslieden opgestelde oorlogsverklaring van de hertog aan de Franse monarch, verhoogde zijn reputatie. Vervolgens verwierf de hertog nieuwe faam door zijn vasthoudende riddereer tijdens gevangenschap in Polen, waarvoor o.a. de Engelse koning losgeld betaalde om hem vrij te krijgen. Richard II en Willem I zochten elkaars steun, politiek en militair, in hun strijd tegen de expansie van Frankrijk en bovenal Bourgondië. De benoeming tot ordelid diende derhalve een duidelijk politiek doel.5 Meerdere vorsten van het vasteland, waaronder veel vrouwen, werden om dezelfde reden ordelid.6

Diplomatieke banden
   De toetreding tot de orde was vooraf gegaan door een jaar lang druk diplomatiek verkeer tussen Londen en Gelre.7 Begin mei voer de hertog vanuit Dordrecht en Brielle naar Norwell bij Harwich, vergezeld door 170 hovelingen en dienaars, fraai uitgedost in geheel nieuw vervaardigde kleding, met in het ruim van de vier koggen slechts 16 paarden – verse paarden werden ter plekke besteld – en 88 nieuw vervaardigde rijlaarzen met vergulde sporen.8 De koggen waren van verre herkenbaar door hun kleurrijke Gelderse vlaggen, wimpels en vaandels, vervaardigd door Herman Maelwael en zijn werkplaats, die daarvoor rijkelijk werd betaald. ‘Herman Mailwail tot baltshanen, wympelen ende ander gereischap totter reysen van Englant 5 nobel, valent 15 gulden, 15 grote’, meldt de hertogelijke rekening van dat jaar.9 Maelwael of schrijnwerker Arnold van Lymborch (Arnold van Aken) hebben in hun werkplaatsen aan de Borchstraat mogelijk ook het Gelderse helmteken met de witte pauweveren gebeeldhouwd dat samen met de Gelderse banier boven de aan hem toegewezen ridderzetel werd aangebracht in de St. George’s Chapel. Dit helmteken zal veel geleken hebben op de reconstructie die Aebele Trijsburg in opdracht van Het Woud der Verwachting heeft vervaardigd en nu permanent in de Poortkamer van Kasteel Ammersoyen wordt tentoongesteld.

Kroning van koning Richard II in 1377, uit de Croniques of Jean de Wavrin. British Library, London.

   In The Westminster Chronicle 1381-1394 beschrijft een monnik dat hertog Willem I bijna een maand lang bij de koning verbleef en de Engelse adel plus de parlementsleden op 25 april versteld deed staan door zijn welbespraaktheid, hun mond viel open van verbazing.10 Hij sprak de verzamelde top in Stamford toe in het Frans, want dat was ook de voertaal aan het Engelse hof.11 Hij heeft tijdens zijn verblijf tevens zijn befaamde vaardigheden als toernooiridder getoond. Direct na afloop van zijn Engelse reis vertrok de rusteloze hertog via de Lage Landen naar Frankrijk met het plan om samen met zijn Engelse ordegenoot Henry Bolingbroke naar Noord-Afrika op kruistocht te gaan. Beide moesten deze poging al spoedig staken. Bolingbroke, neef van Richard II, zou de Engelse koning in 1399 opvolgen als Henry IV. De dood van Richard II verleende Willem I de mogelijkheid zijn vazalschap in dienst van de Engelse koning te verwisselen voor die van de Franse koning. Hij laveerde als behendig diplomaat tussen de twee grootmachten en wist door snel wisselende loyaliteiten en opportuniteit beiden voor zijn eigen Gelders-Gulikse karretje te spannen. 

Hertog Willem I van Gelre in de ordekleding. Bewerking naar William Bruges, Garter Book, ca. 1430.

Kunstzinnige banden tussen Engeland en Gelre
   Willem I reisde driemaal, in mei 1390, in mei 1392 en in juni-augustus 1396, naar het Engelse hof in Londen. Voor de kunsten zijn de intensieve banden tussen Engeland en Gelre van belang, omdat diverse uitzonderlijke kunstwerken in verband worden gebracht met Gelderse kunstenaars. Het uitwisselen van kostbare geschenken en kunstwerken, waaronder edelsmeedwerk en paneelschilderkunst, behoorde tot de gangbare etiquette van zowel het Engelse als Gelderse hofleven. Beide vorsten hielden van pompeus, van ‘pomp and circumstance’, waarvoor zij kunstenaarsateliers opdrachten verleenden. Mogelijk reisde Herman Maelwael zelfs in eigen persoon mee in het gevolg van de hertog.12 Dezelfde reis  bracht de Amerikaanse kunsthistorica Margaret Rickert, die al in 1936 de Gelderse hertogelijke rekeningen bestudeerde, tot de conclusie dat een van de kunstenaars van het Carmelite Missal (in de collectie van de British Library, Londen) wel in Gelre zijn opleiding moet hebben genoten.13 Jeffrey Hamburger constateert eveneens Gelderse invloed in het  Missale Casanatense (in de Royal Collection in Windsor Castle).14 Wie de bewuste werken

Herman en/of Willem Maelwael (?), ‘Keizer en Gelretekening’ (detail van keizer Karel IV), Wapenboek Gelre (1394-95), Johan Maelwael, Grote ronde Pieta (detail van God de vader, ca. 1400), An., ‘Majesta Domini’, Carmelite Missal (detail van God de vader, 1390-1409), Gebroeders Van Lymborch, ‘Aanbidding van de Troon van Gods Genade’, Très belles heures de Notre-Dame de Jean de Berry (1405-1409), Gebroeders Van Lymborch, ‘De val van de afvallige engelen’, Très riches heures de duc de Berry (1411/12-1416).

vergelijkt kan niet anders dan met eigen ogen vaststellen dat er minstens sprake moet zijn geweest van beïnvloeding over en weer, in welke vorm dan ook. Zoals bij de weergave van de keizer door Herman en/of Willem Maelwael, de weergave van God de vader door Johan Maelwael en van de tronende God (Majesta Domini) in het Missale Casanatense en in twee miniaturen van de Van Lymborchs.

Op een van zijn reizen naar Engeland nam Willem I een ‘verguld tafelken’ mee, dat volgens Rob Duckers kan duiden op een Gelderse paneelschildering. Welk schilderij op hout kan dat zijn geweest? Het unieke Wilton Diptych (National Gallery in Londen) met de afbeelding van de geknielde Richard II is geschilderd op Baltisch eikenhout, evenals Johan Maelwaels’ Man van Smarten (Louvre). Zoals bekend ging de Gelderse hertog zeven maal op kruistocht naar de Baltische staten, naar het rijk van de Teutoonse Orde, waar hij een bemiddelende rol in de levering van hout kan hebben gespeeld. Vooralsnog is de maker van het diptiek onbekend. Zeker is echter dat de Gelderse hertog diverse ‘clenoten’ of ‘cleynoten’ bezat en meenam op zijn reizen naar Engeland.15 Toentertijd werd het woord kleinood gebruikt voor een intiem, kostbaar en dierbaar kunststuk. De hertog liet in 1392 in Keulen een kunststuk vervaardigen en stuurde zijn maarschalk, hofmeester tevens borduurwerker en de ‘coninxknecht van Englant Noerwel’, oftewel Norwell, de heraut van Engeland, naar de Duitse metropool. In een andere rekening valt te lezen dat Willem I zijn ‘karter’ (‘Garter’) liet repareren waar zilver en goud voor nodig was en die beschemd moest worden in een doosje met ‘boomwolle’ (kapok of katoen).
Opvallend is verder dat zowel Richard II als Willem I van Gelre een leeuwenhuis bestierden, als een van de weinige vorsten van Europa. Leeuwen hadden geen militaire betekenis, maar wel een heraldische: zowel het wapen van het koninkrijk Engeland als het hertogdom Gelre voerden leeuwen. Bekend is uit de hertogelijke rekeningen dat de leeuwen in het leeuwenhuis op de Valkhofburcht vele dode en gevilde schapen verslonden. In de periode van 22 juli 1389 tot 14 mei 1390 werden maar liefst 388 schapen gekocht, de beesten aten er zes tot acht per week. Die massale schapeninkoop hield aan tot 1395/96 en hield toen abrupt op.16
   De contacten en invloeden over en weer tussen Engeland en de Lage Landen gaan derhalve al veel verder terug dan de 17de eeuw en reiken verder dan het Huis van Oranje of de Randstad. Het is het journaille in Holland geheel ontgaan.

De Laat-Gotische St. George’s Chapel, onderdeel van Windsor Castle, met de 25 zetels van de ordeleden met daarboven hun helmtekens en vlaggen. Het helmteken van de Gelderse vorst is destijds mogelijk door Maelwael of de vader van de gebroeders Van Lymborch vervaardigd. In het midden het Gelders wapen met het ordeteken van de kouseband en spreuk: ‘Honi soit qui mal y pense’ en rechts daarvan de pronkhelm van Gelre, vervaardigd door Aebele Trijsburg. 

  1. In oktober 2018 maakte koningin Elisabeth II van Engeland op de eerste dag van Willem-Alexander’s staatsbezoek aan het Verenigd Koninkrijk het besluit bekend dat zij hem als Stranger Knight en Supernumerary Knight, oftewel als ridder uit het buitenland en boventallig, zou toelaten tot de prestigieuze orde. De orde is niet de hoogste onderscheiding in het VK, maar wel de hoogste ridderorde, waarvoor slechts 25 volwaardige leden – Knight Companion – worden toegelaten.
  2. William Arthur Shaw, The Knights of England. A complete record from the earliest time to the present day of the knights of all the orders of chivalry in England, Scotland, and Ireland, and of knights bachelors, incorporating a complete list of knights bachelors dubbed in Ireland, 1906, Londen: Sherratt and Hughes, p. i. Shaw baseert zich op contemporaine kroniekschrijvers, zoals Adam Murimuth en Jean Froissart. De Ronde Tafel zou bestaan hebben uit ca. 300 ridders. Het aantal van 24 ridders van de kousenband plus de soeverein duidt op een herkomst tijdens een riddertoernooi van 2 maal 12 ridders.
  3. https://de.wikipedia.org/wiki/Liste_der_Tr%C3%A4ger_des_Hosenbandordens [19 juni 2019]. Volgens deze lijst werd de Gelderse hertogin in 1397 opgenomen in de orde, in hetzelfde jaar dat haar vader Albrecht I, hertog van Beieren-Straubing, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, orderidder werd. Omdat de oudste, originele statuten zijn verdwenen en de eerste vermeldingen uit de 15e eeuw dateren is er in de diverse bronnen geen eenduidigheid over de toegelaten ordeleden gedurende de eerste zestig jaar. William Bruges, de eerste Garter King of Arms, vervaardigde in 1430 het Garter Book, het oudste wapenboek van de Orde van de Kousenband, met afbeeldingen van de Founder Knights uit 1348
  4. https://de.wikipedia.org/wiki/Liste_der_Tr%C3%A4ger_des_Hosenbandordens [19 juni 2019]. Volgens deze lijst werd de Gelderse hertogin in 1397 opgenomen in de orde, in hetzelfde jaar dat haar vader Albrecht I, hertog van Beieren-Straubing, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, orderidder werd. Omdat de oudste, originele statuten zijn verdwenen en de eerste vermeldingen uit de 15e eeuw dateren is er in de diverse bronnen geen eenduidigheid over de toegelaten ordeleden gedurende de eerste zestig jaar. William Bruges, de eerste Garter King of Arms, vervaardigde in 1430 het Garter Book, het oudste wapenboek van de Orde van de Kousenband, met afbeeldingen van de Founder Knights uit 1348
  5. Hugh E. L. Collins, The Order of the Garter, 1348-1461: Chivalry and Politics in Late Medieval, 2000, Oxford: Clarendon Press, p. 164-167. Drie maanden na Willem I installeerde de Engelse koning Willem van Oostervant tot ordelid. Zeven jaar later volgden diens vader, Albrecht I, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen alsmede zijn zuster, Catherina van Beieren-Holland, hertogin van Gerle. Zij behoorden tot het in West-Europa invloedrijke adellijke geslacht van de Wittelbachers, nazaten van Keizer Lodewijk de Beier. Door het dubbelhuwelijk van Kamerijk in 1385 verbonden deze Wittelbachers zich met Bourgondië en versterkten hun positie in het voor Engeland vanwege de lakenhandel zo belangrijke Vlaanderen. Door hen te benoemen tot ordelid poogde de Engelse koning de Bourgondische expansie te remmen. Dezelfde Wittelbachers speelden een belangrijke rol als opdrachtgevers van de Maelwael-Van Lymborchs. Willem van Oostervant bestelde werken in Nijmegen, Catherina van Beieren-Holland bij Herman, Willem en Johan Maelwael. Mogelijk was zij het die haar achternicht, Isabella van Beieren, koningin van Frankrijk, adviseerde Johan Maelwael aan het hof in Parijs aan te stellen. De jongste Maelwael trad later in dienst van Jan zonder Vrees, getrouwd met een jongere zuster van de Gelderse hertogin. Haar oudste zuster huwde Roomskoning Wenceslaus I van Bohemen in Praag, afgebeeld door Herman en/of Willem Maelwael op de Keizer- en Gelre tekening uit het Wapenboek Gelre (1394-95). Kortom een fenomenaal netwerk van machthebbers die de ‘marktpositie’ van de Maelwael-Van Lymborchs enorm versterkten.
  6. Het idee dat Willem I van Gelre als eerste ridder van het vasteland werd opgenomen in de Orde van de Kousenband klopt derhalve niet. Richard II ruimhartige bevoordeling van deze ‘buitenlandse’ vorsten zette juist kwaad bloed bij de plaatselijke adel en bevolking.
  7.  Huub van Heiningen, ‘Nobels van Richard II,’ 2018, De Tielenaar, 19 juni 2018, https://detielenaar.nl/historie/2018/06/nobels-van-richard-ii/ [19 juni 2019]. Huub van Heiningen, buitengewoon goed ingevoerd historisch-juridisch onderzoeker, was decennialang journalist en redactiechef van De Gelderlander en heeft veel gepubliceerd over de geschiedenis van Tiel en Rivierenland. Hij overleed op 5 juli 2018.
  8. Huub van Heiningen, ‘de Kousenband,’ 28 mei 2018, De Tielenaar, https://detielenaar.nl/historie/2018/05/de-kousenband/ [19 juni 2019]. Van Heiningen noemt Dordrecht als plaats van inscheping, terwijl Isaak Anne Nijhoff Brielle opvoert als plaats van vertrek. Zie zijn Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelerland door onuitgegevene oorkonden opgehelderd en bevestigd, Derde deel, Willem en Reinald IV, hertogen van Gelre uit het Huis Gulik, 1839, Arnhem: Is. An. Nijhoff, p. LXXVIII.
  9. Huub van Heiningen, ‘de Kousenband,’ 28 mei 2018, De Tielenaar, https://detielenaar.nl/historie/2018/05/de-kousenband/ [19 juni 2019]. Van Heiningen noemt Dordrecht als plaats van inscheping, terwijl Isaak Anne Nijhoff Brielle opvoert als plaats van vertrek. Zie zijn Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelerland door onuitgegevene oorkonden opgehelderd en bevestigd, Derde deel, Willem en Reinald IV, hertogen van Gelre uit het Huis Gulik, 1839, Arnhem: Is. An. Nijhoff, p. LXXVIII.
  10. Hector L. C. and Barbara F Harvey (red.), The Westminster Chronicle, 1381–1394. Oxford Medieval Texts, 1982, Oxford: Clarendon Press, p. 489. Zie ook noot 8: Huub van Heiningen, ‘De Kousenband’. De toespraak vol lofuitingen aan de militaire kracht van de Engelsen zal bedoeld zijn om hen over te halen wederom aan de zijde van Gelre op te trekken tegen Brabant (gesteund door Bourgondië). Terwijl nota bene vlak daarvoor de Gelderse hertog een vredesverdrag met Brabant had gesloten en ook de Engelse koning vredesonderhandelingen wilde starten met de Fransen. Vanuit Frans en Bourgondisch perspectief waren de Geldersen ‘snaphanen’ (oorspronkelijk ‘struikrover’, later een bepaald type ‘geweer’), brutale snoeshanen en ruziezoekers. Zie daartoe ook de opmerkingen van Bart van Loo over ‘de vervelende Geldersen’. Vanuit Gelders perspectief staat het begrip snaphaan, zoals ook aangebracht in een tekst in steen aan de muur van het provinciehuis in Arnhem, voor een onstuitbare en strijdbare drang naar onafhankelijkheid. Daarin is in ieder geval Willem I geslaagd.
  11. Tijdens zijn verzoening met de Franse koning Karel VI op 12 oktober 1388 in Körrenzig sprak de hertog zijn heer niet in het Frans, maar in zijn eigen landstaal aan, een vorm van Duits (dat veel meer geleek op het Middelnederlands dan het huidige Nieuwhoogduits). De hertog had weinig talent voor onderdanigheid.
  12. André Stufkens en Clemens Verhoeven, Duke William I of Guelders and his Artists. ‘Honorable Art & Pious Wisdom’, 2018, Turnhout: Brepols Publishers, p. 167 en 176.
  13. Margaret Rickert, ‘The Gelder Documents’, in The Reconstructed carmelite Missal: An English Manuscript of the Late XIV Century in the British Museum (Additional 29704-5, 44892) (London: Faber & Faber, 1952), p. 139-1
  14. Jeffrey Hamburger, ‘The Casanatense missal and painting in Guelders in the early fifteenth century’, Wallraf-Richartz-Jahrbuch, 48/49 (1987-88), pp. 7-44 (pp. 13 and 23). Hamburger schrijft over toeschrijvingen: ‘Attributions to Guelders are thus both treacherous and tantalizing. Often based on little or no evidence, they nonetheless provide a crucial foundation for a discussion of the roots of early Netherlandish painting in Parisian and French illumination.’
  15. Huub Van Heiningen, ‘Het kleinood’, in De Tielenaar, 1 juni 2018,
    https://detielenaar.nl/historie/2018/06/het-kleinood/ [22 juni 2019]. Voor zijn toeschrijving van het Wilton Diptych aan een Gelders kunstenaar is geen enkel bewijs. Naast Gelre worden Frankrijk, Rijnland, Bohemen en Frankrijk genoemd als land/streek van herkomst van de kunstenaar. Jacobus Trijsburg veronderstelt de hand van één van de Maelwaels, met een uitgesproken voorkeur voor Johan Maelwael.
  16. Huub van Heiningen, ‘Een bizarre hobby’, in De Tielenaar, 7 mei 2018, https://detielenaar.nl/algemeen/2018/05/bizarre-hobby/

Onze Gewaardeerde Partners