
Baanbrekende resultaten: Topstuk in Louvre van Johan Maelwael
Op een prominente plaats in het Louvre hangt een groot schilderij dat definitief wordt toegeschreven aan de Nijmeegse schilder Johan Maelwael. Susie Nash, gerenommeerd kunsthistoricus van het Courtauld Institute in Londen, heeft op basis van nauwkeurig bronnenonderzoek een aantal overtuigende bewijzen gevonden, waardoor zij concludeert dat Johan Maelwael de schilder is van De drievuldigheid met laatste communie en marteling van St Denis. St Denis is de patroonheilige van het Franse koningshuis en daarmee van Frankrijk. Johan Maelwael was geboren in Nijmegen, werd hofschilder van Filips de Stoute en de best betaalde kunstenaar van zijn tijd. In maart 1398 kreeg hij vijf panelen hout, die hij in opdracht van de Bourgondische hertog moest beschilderen. Het Louvre heeft het paneel opgehangen in de zaal die toegang biedt aan de Vlaamse- en de Franse Primitieven. Daarmee stelt het Parijse museum dat Maelwael aan het begin staat van de zowel de Zuid-en Noordnederlandse kunst als de Franse. Echter, zowel op het tekstbord bij het kunstwerk, als op de website van het Louvre, staat de naam Henri Bellechose als kunstenaar genoemd.
Het is een van de baanbrekende resultaten, gepubliceerd in deel II van de Maelwael Van Lymborch Studies, die op 21 oktober werd gepresenteerd in het Nijmeegse stadhuis. Burgemeester Hubert Bruls en de Belgische schrijver Bart van Loo ontvingen het eerste exemplaar uit handen van André Stufkens, volume editor van de wetenschappelijke uitgave. Hij gaf een overzicht van deze resultaten, zie link onderaan met registratie van zijn lezing.




Vernieuwende onderzoeken
In deel II van de Maelwael Van Lymborch Studies staan nog meer nieuwe vondsten. Zo wordt een ander, kleiner schilderij in dezelfde zaal eveneens aan Maelwael toegeschreven op basis van het handschrift van de Nijmeegse schilder, waarmee hij pseudo-Arabisch schrift schildert.
Een tot op heden onbekend getijdenboek lijkt uit de bibliotheek van Jan van Berry afkomstig en geschilderd door medewerkers van de Van Lymborchs. De Stichting Maelwael Van Lymborch Studies laat vernieuwend onderzoek verrichten door het 15e eeuws perkament op DNA en eiwit te analyseren door Naturalis en de Wageningen University & Research. Hanneke van Asperen van de Radboud Universiteit en onderzoeksleider gaf daarover een lezing (zie hieronder)
Dankzij het onderzoek naar de afkomst van het zegel van Johan Maelwael is de naam van zijn eerste vrouw gevonden. Uit het huizenbezit van de familie Maelwael-Van Lymborch in de Burchtstraat van Nijmegen met maar liefst negen panden, wordt een hogere sociale status duidelijk van de leden van het schilderatelier. Het verklaart het gemak waarmee de 14- en 17 jarige Paul en Johan van Lymborch zich meteen bewogen in het politieke, religieuze en koninklijke hart van Frankrijk, waar zij aan een grote opdracht werden gezet in het klooster van de Notre Dame.
De Maelwael-Van Lymborchs blijken ook de pioniers en vernieuwers van het afbeelden van mensen van kleur, van Arabieren en Noord-Afrikanen. Eerder dan andere Europese kunstenaars geven zij een inidviduele expressie weer in de gezichten.
Volgens André Stufkens, voorzitter van de Stichting Maelwael Van Lymborch Studies voldoet deze uitgave met alle nieuwe feiten en inzichten aan de missie om vanuit Nijmegen wereldwijd de kennis te verhogen over het kunstenaarsgeslacht. De boeken komen in de bibliotheken van de topmusea.
Op dinsdag 25 oktober ontving Sophie Caron, conservator middeleeuwse schilderkunst van het Louvre, de boekuitgave, zodat zij kennis kan nemen van de nieuwe inzichten met betrekking tot de Maelwael in zaal 834. Daar hangen mogelijk vier werken van Johan Maelwael, maar slechts eentje daarvan wordt aan hem toegeschreven. Caron heeft overigens al toegezegd tekstbordjes te veranderen, maar wanneer en hoe is ongewis. Op dezelfde dag maakten de Ridders van Gelre opnames voor een aflevering over Maelwael (uitzending 7 januari 2023) in het kader van een serie over ‘Het museum van Gelre’.
Alle lezingen zijn hieronder te bekijken (filmopnames Peter van der Heijden en Max)
DeGelderlander, 22.10.2022_p.3