De Natuurkunde van het Geheelal

Nu de ruimtetelescoop James Webb voor het eerst mensen in staat stelt naar het heelal te kijken met zijn duizenden sterrenstelsels, wel tot meer dan 13 miljard jaren geleden, tot vlak na de oerknal, weten we meer van de kosmos dan ooit tevoren. Hoe beleefde de middeleeuwer dit universum? Een van de grote, steeds maar voortdurende misverstanden is, dat men toentertijd niet beter wist dan dat de aarde een platte schijf was. Over het heelal, de kosmos, zou men weinig tot niets weten. Een tweede misverstand, even onuitroeibaar, beweert dat de kennis van de klassieke oudheid ontbrak en pas aan het einde van de 15e eeuw tijdens de renaissance in Italië zou terugkeren. Niets is minder waar, het werk van de gebroeders Van Lymborch toont aan dat deze vooroordelen helemaal niet kloppen. Al op 14- en 17 jarige leeftijd schilderden Paul en Johan van Lymborch in de Bible moralisée een ronde aarde in hun illustratie bij het scheppingsverhaal. Verderop in dit manuscript laten zij zien dat ze kennis hadden van astronomische instrumenten, waarmee men de sterrenhemel kon onderzoeken. Waar haalden zij hun kennis vandaan?

Jean Durand: kanunnik, dokter en astronoom
Bij hun eerste enorme klus in Frankrijk – een moraalbijbel voorzien van meer dan vijfduizend miniaturen – werden ze begeleid door Jean Durand, de lijfarts van Filips de Stoute, hertog van Bourgondië. Op 6 februari 1402 kreeg Durand van de hertog de opdracht als supervisor op te treden van de jonge Nijmeegse kunstenaars. Vanaf 6 maart togen zij aan het werk in zijn grote logement op het Île-de-la-Cité in Parijs, in het klooster van de Notre Dame. Het gebouw kende 26 rijk gedecoreerde kamers met tapijten, dure meubels en objecten, en grensde met een tuin aan de Seine. Durand moest in de gaten houden dat de twee jongens zich uitsluitend met het schilderen van de Bible moralisée bezighielden en niet elders hun tijd zouden verspillen aan andere opdrachten. Zij kregen er dan ook rijkelijk voor betaald, wel 7,5 gros per dag, terwijl Claus Sluter in Dijon met zijn reeds gevestigde naam, reputatie en functie in de hertogelijke werkplaats 8 gros ontving en hun oom, Johan Maelwael, als leider van de werkplaats, 12 gros. Niet slecht dus voor beginnende jonge kunstenaars. Maar na twee jaar stierf de opdrachtgever, hadden de jongens ongeveer 10 procent van het werk er op zitten en verkasten naar Bourges, het manuscript onaf achterlatend voor hun opvolgers. Ook deze kunstenaars – Hainselin de Hagenau, Ymbert Scanier, Jacques Coene – heeft Jean Durand waarschijnlijk onder toezicht gehad, betaald door Jan zonder Vrees.

Durand was naast medicus, verbonden aan de medische faculteit van de universiteit van Parijs, ook kanunnik van de Notre Dame en stond in direct contact met de koninklijke familie. Hij beheerde bovendien de bibliotheek van de kathedraal en bezat zelf een uitgebreide librije met boeken op alle terreinen waar zijn interesses lagen. In de collectie bevonden zich bekende werken uit de klassieke oudheid, zoals de Metamorfosen van Ovidius en het astronomische hoofdwerk van Ptolemaeus, de Almagest (De mathematische ordening). Want niet ongewoon voor zijn tijd combineerde Durand zijn functie als arts en priester met die van astronoom. Hij had niet één astrolabium, maar wel vier, drie van messing en een van hout. Dit meetinstrument van hemellichamen, noodzakelijk voor de zeevaart, is gebaseerd op de wetenschap van Ptolemaeus uit de 2e eeuw. In navolging van deze Griekse astronoom dacht men in de middeleeuwen dat de hemellichamen om de aarde draaiden, volgens het door hem beschreven geocentrische model. In de Bible moralisée hebben de Van Lymborchs een dergelijk astronomisch meetinstrument afgebeeld (zie afb. links met man die astrolabium omhoog houdt), naast het kwadrant en een apparaat dat lijkt op een verrekijker.

Paul en Johan van Lymborch, Bible moralisée met astronomische instrumenten.

Daarnaast bezat Durand een rond paneel met perkament waarop de twaalf tekens van de zodiac (dierenriem) stonden afgebeeld en de bewegingen van de zon en de maan waren aangebracht. De kennis van de stand van de hemellichamen was direct gerelateerd aan de gezondheid van het menselijk lichaam. Macrokosmos en microkosmos, het heelal en het innerlijk, hemellichaam en menselijk lichaam, stonden in een oorzakelijk verband. De samenhang tussen astronomie, theologie en gezondheid lag dan ook voor de hand. In hun latere Très Riches Heures du duc de Berry komt dit samen in de befaamde miniatuur van de Anatomische mens, of eigenlijk de Astrologische mens, want het betreft een handleiding voor medische astrologie. Door op het menselijk lichaam de dieren uit de dierenriem aan te geven, wist een arts precies op welk moment, aangegeven door de kalender met de zodiac en stand van de maan, er een ingreep op juist die plek moest plaatsgrijpen. Een aderlating, een keisnijding of andere medische oplossing, die de vier lichaamssappen konden beïnvloeden (zwarte gal, gele gal, bloed en slijm).
De opdrachtgever van deze miniatuur, Jan van Berry, had een obsessie voor medische astrologie en liet bij zichzelf aderlatingen verrichten afgestemd op deze Zodiacman. Hij deelde zijn passie voor astrologie met Lubertus Hautscilt, een Brugse abt, die het traktaat Liber Astrologiae voor zijn Franse vriend vertaalde. Het zal in Berry’s bibliotheek voor de gebroeders Van Lymborch beschikbaar zijn geweest. Hautscilts’ kennis van het heelal blijkt uit zijn studeerkamer, waar hij een zelf geknutseld planetarium in elkaar had gezet, waarbij de planeten in de ruimte konden ronddraaien.
Tegelijkertijd toont de befaamde miniatuur van de Astrologische mens aan dat de Van Lymborchs kennis hadden van de kunst uit de klassieke oudheid. De anatomie van de naakte personen is kloppend en realistisch en bovendien staan deze figuren in een zogenaamde contrapposto houding, met stand- en speelbeen, bekend van Griekse en Romeinse sculpturen.


Gebroeders van Lymborch, De anatomische mens of beter De astronomische mens (detail), Très Riches Heures du duc de Berry, 1411/12-1416. Chantilly, Musée Condé, Ms. 65, fol. 14v.

Nicolaas van Oresme met aurillarium, Traité de l’espère, 1400-20. Parijs, BnF, Français 565, fol. 1r. 

Jean Gerson en Nicolas van Oresme
Durand was goed bekend met Jean Gerson en filosoof Nicolaas van Oresme, die beide eveneens theologie en astronomie combineerden in een tijd dat geloof en wetenschap nog leken samen te vallen. Nicolaas van Oresme staat op een miniatuur afgebeeld met een armillarium, een ruimtelijke voorstelling van het heelal, een hemelbol bestaande uit metalen ringen voor de hemellichamen die de aarde omcirkelen, zoals door Ptolemaeus beschreven. Hij heeft met de Traité de l’espère (1368) een verhandeling geschreven over het belang van astrologie en het menselijk lichaam, dat speciaal bedoeld was om leken daarover wegwijs te maken. Vandaar niet in het Latijn, maar in de eigen landstaal, het Frans. ‘La figure et la disposition du monde, le nombre et ordre des elemens, et les mouvements des corps du ciel appartiennent à savoir a tout homme qui est de franche condition et de noble engin’ zo vat hij het zelf samen. Dit boek hebben de Van Lymborchs gelezen, want het bevond zich in de bibliotheek van Jan van Berry. Een ander boek van  Oresmes’ hand, Livre du ciel et du monde, is een vertaling van De caelo, het kosmologische hoofdwerk van Aristoteles. 

Hoewel Durand toezicht hield moesten de twee Van Lymborchs zich voor complexe theologische kwesties bij het illustreren van de Bible moralisée wenden tot Jean Gerson. Die was kanselier van de universiteit van Parijs, woonde om de hoek in het klooster van de Notre Dame en was dus eenvoudig voor adviezen te raadplegen. Gerson vond het ook van wezenlijk belang leken, ‘le menu peuple’, ‘les simple gens’, zoals hij het zelf noemde, te bereiken met zijn preken en publicaties. Hij wordt beschouwd als de belangrijkste theoloog van zijn tijd en kreeg de titel Doctor Christianissimus. Daarnaast wordt hij gerekend tot de eerste groep van Franse humanisten. Gerson speelde een wezenlijk rol bij het oplossen van het Westers Schisma.
Samen met zijn voorganger als kanselier, Pierre d’Ailly, had Gerson gewerkt aan diverse mappa mundi, kaarten van de wereld. De Van Lymborchs konden in Durands’ bibliotheek ook dergelijke kaarten bekijken, want hij bezat er twee.

Het is nauwelijks voor te stellen, maar al gelijk aan het begin van hun korte loopbaan van veertien jaar, waren de jonge kunstenaars opgenomen in het intellectuele, bestuurlijke, theologische en koninklijke hart van Parijs en het Franse koninkrijk. Deze habitat, het Île-de-la-Cité met de Notre Dame, de Sainte-Chapelle en het Louvre aan de rechteroever van de Seine, hebben de gebroeders tien jaar later vereeuwigd in het juni- en oktoberblad van deTrès Riches Heures du duc de Berry. Deels geschilderd vanuit het Hôtel de Nesle van Jan van Berry aan de linkeroever, een van zijn vele verblijven.

Kaart van Parijs met het Île de la Cité, met de Notre Dame en daar omheen het klooster van de Notre Dame.

De natuurkunde van het geheelal van alledag
Wie zou denken dat deze kennis van de kosmos, van gezondheid en theologie alleen was voorbehouden aan deze elite, aan een beperkte kring van vorsten, kerkleiders en universitaire docenten, heeft het mis. Het idee dat het menselijk lot en de gezondheid van het menselijk lichaam werden beïnvloed door zowel het geloof als de stand van de zon, de maan en de sterren behoorde tot de intense dagelijkse beleving van de middeleeuwer.
Een bewijs daarvan is een Nijmeegse kopie van De natuurkunde van het geheelal uit ca. 1422. De kopiist is de Nijmeegse koopman Slotellbuyger, die vooral op de Rijn handel dreef richting Bonn, Düsseldorf en Baberach. Hij kreeg acht kinderen, waarvan hij wilde weten hoe hun levenslot zou zijn. Hij kopieerde een toentertijd bekende tekst over het universum. De oorspronkelijk 13e eeuwse ‘encyclopedische’ tekst over wat men destijds over de kosmos wist, is waarschijnlijk uit Gent afkomstig. Het is de eerste ‘wetenschappelijke’ tekst over dit onderwerp in middeleeuws West-Europa, waarvan echter het oudste manuscript verloren is gegaan. Maar er werden in de eeuwen daarna een serie afschriften gemaakt, waarvan er tien zijn bewaard gebleven. Het is een wetenschappelijk werk, met als enige bedoeling de burger, ‘de leek’ in het algemeen, iets te leren.

Slotellbuyger, De Natuurkunde van het Geheelal, 1422. Stadsarchief Oudenaarde.

Het werk beschrijft de zeven planeten (omvang, afstand tot de aarde en tot elkaar), de sterren en andere vuren, andere natuurverschijnselen (wind, regen, bliksem, regenboog, aardbevingen, maanvlekken, corona’s van de zon en maan), de dierenriem en de invloed van de hemellichamen (een geneesheer moet op de hoogte zijn van de hemellichamen), maan, zon en aarde in onderling verband, aardbevingen (oorzaak, waar en hoe), de 16 winden, de berekening van Pasen, advent en schrikkeljaar, en tenslotte astronomische berekeningen: de ouderdom van de maan, hoe lang de maan schijnt, eb en vloed, en de ouderdom van de maan in de toekomst.
Aan de tekst in de kopie van Slotellbuyger zijn 35 astronomische pentekeningen toegevoegd van verschillend formaat. Slechts de tekening van het heelal beslaat een hele bladzijde (184r, zie afbeelding).
Aan de gangbare tekst heeft de koopman een persoonlijk lunarium toegevoegd, een deel met de stand van de maan in relatie tot de geboortedata en uur van zijn kinderen. Hij kon daaruit afleiden welk lot zijn nakomelingen zouden ondergaan.
Het is niet helemaal zeker of de koopman daadwerkelijk de kopiist is, omdat de zin, waarin de maker wordt genoemd moeilijk leesbaar is: ‘Dit boeck is ende hevet … dese .g…ck [gaatje]eff meester Slotellbuyger tot Nymegen ende oft afhendich gemaeckt worde so salment geven meister Johan Neve Canonick ende Scolastre tot Nijmegen d… t.. op den banne die des niet en dede. Dit boeck hoirt toe her Jan Neve Scolaster tot Nijmegen ende so ……… niet en is der [?] suster ende op ….. In ….. sinen ……. tot Nijmegen’ Heeft de koopman het manuscript vervaardigd en aan kanunnik Johan Neve gegeven, of is het andersom?
Nog interessanter: is Johan Neve verwant aan Derick Neve, de zwager van de gebroeders Van Lymborch, omdat hij getrouwd was met Greta van Lymborch, hun jongere zuster? Derick Neve vervulde de functie van consul van Nijmegen in Keulen, om de handel vanuit Nijmegen te reguleren. Hij was na de dood van zijn drie zwagers in 1416 executeur testamentair van de Van Lymborchs. Ook opmerkelijk: de kinderen van Slotellbuyger heten Mechteld, Margareta (Greta), Elisabeth, vrouwennamen die ook in de stamboom van de Maelwael-Van Lymborchs voorkomen. Eveneens opvallend: naast de drie Nijmeegs broers stierven ook hun opdrachtgever Jan van Berry en hun supervisor, Jean Durand in dat zelfde jaar 1416. En nog meer curieus: delen van De Natuurkunde van het Geheelal komen voor in de Roman van Heinric en Margriete van Lymborch, namelijk in het koningsspel.

Tot op heden is dit manuscript aan de aandacht van Nijmegen ontsnapt, want het bevindt zich in het stadsarchief van Oudenaarde in België. Een ander, overigens qua illustraties veel fraaier, exemplaar van De Natuurkunde van het Geheelal is van later datum (1465-70) en bevindt zich in Wolfenbüttel (zie afbeelding hieronder), maar is waarschijnlijk van Utrechtse afkomst. Ook in deze Astrologische mens is het aderlaten gerelateerd aan de hemellichamen, aangeduid in tekst.

André Stufkens, juli 2022

Met dank aan Jan van der Stock en Jacobus Trijsburg.

Meester van Evert van Zoudenbalch, De Natuurkunde van het Geheelal, ‘Die mane dapper en snel’, 1465-70, Herzog August Bibliothek, Cod. Guelf. 18.2, Aug. 4o. Op de afbeelding: de personificatie van de maan met daarin Vrouwe Fortuna die verblindt door haar haren aan het rad draait. De stand van de maan houdt direct verband met het lot van mens.
An., ‘Aderlatende Zodiacman’, De Natuurkunde van het Geheelal, 1465-70, Herzog August Bibliothek, Cod. Guelf. 18.2, Aug, fol. 110r. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Literatuur:
Donatella Nebbia, Les livres de Jean Durand (1416), ‘physicien’ et astrologue, Médiévales 68, printemps 2015, p. 93-118.
Ria Jansen-Sieben, De natuurkunde van het geheelal. Een 13de eeuw middelnederlands leerdicht, 1968, Brussel.
Jan van der Stock, Barbara Baert, Big Bang. De verbeelding van het universum, expositie catalogus, Leuven (Hannibal), 2021.
Femke van Hilten, Werkgroep middelnederlandse artsliteratuur (WEMAL, universiteit Utrecht), Digitale editie van een bijzonder handschrift in de Herzog August Bibliotheek in Wolfenbüttel, sign. Cod. Guelf. 18.2.4, 10 november 2021 (website WEMAL.nl)
Klara Broekhuijsen, Imaging the Stars: The Miniatures in De Natuurkunde van het Geheelal in the Herzog August Bibliothek in Wolfenbüttel, February 2022, Quaerendo 52 (1):3-44.

Onze Gewaardeerde Partners