
Italië, Siena en de Van Lymborchs
‘Step into the golden moment of art’, de tentoonstelling over de opkomst van de beeldende kunst uit Siena in de eerste helft van de 14e eeuw, verbaast de bezoeker. Hoeveel kwetsbare, overrompelende gouden pracht is hier bij elkaar gebracht. ‘Stunning’, ‘a blockbuster’, ‘unmissable’ en ‘a heart-stopping show about the moment western art came alive’, zo melden de kranten. Na het Metropolitan Museum of Art in New York is de expositie tot 22 juni te zien in de National Gallery in Londen. Hoofdpersonen zijn Duccio di Buoninsegna, Simone Martini en de gebroeders Pietro en Ambrogio Lorenzetti. Wat in de Toscaanse handelsstad ontstond, verspreidde zich snel naar het Hof van keizer Karel IV in Bohemen, naar de pauselijke residentie in Avignon en vandaar uit naar de hoven van de Valoisvorsten in Dijon, Berry en Parijs, het Engelse koningshuis, Henegouwen, Vlaanderen. De expositie noopt ook de aloude vraag te beantwoorden of de Van Lymborchs, zwaar beïnvloed door de Sienese kunst en uit andere Italiaanse steden in Noord-Italië, ter plekke deze kunst hebben aanschouwd?
Kunsthistorica Susie Nash van het Courtauld Institute toont in de catalogus eerst, vooraleer die prangende vraag te beantwoorden, overtuigend aan hoe ‘vormend’ het werk van Simone Martini en de Lorenzetti’s is geweest voor de Van Lymborchs. Ze hebben niet alleen motieven, composities en personages overgenomen, de omvang en diepgang van hun navolging is verder reikend dan dat: ze begrepen en doorvoelden de beeldinnovaties, de emotionele intenties en de verhaallijnen van de Italiaanse kunstenaars. De Nijmeegse broers hebben de Sienese schilderkunst verder gezet en op een hoger niveau getild en daarmee de ontwikkeling van de schilderkunst in noord-Europa gevormd, zo stelt Nash.
Simone Martini, De kruisiging, ca. 1332-1339 en gebroeders Van Lymborch, De kruisafneming, 1411-1416.
Simone Martini, De weg naar Calvarie, ca. 1332-1339 en de gebroeders Van Lymborch, De kruisdragende Christus op weg naar Calvarie, 1411-1416.
In het verleden is vaker, en met name door Millard Meiss, gewezen op de Italiaanse invloeden op het werk van de Van Lymborchs. Nash herhaalt enkele opvallende voorbeelden en voegt er nieuwe aan toe. Bekend zijn de Kruisiging van Simone Martini en de Kruisafneming van de Van Lymborchs, of de De kruisdragende Christus op de Calvarieweg van beide kunstenaars. Beide werken van Martini zijn onderdeel van een veelluik, een mobiel altaarstuk, dat qua formaat van de vier panelen bijna overeenkomt met de miniaturen van de Van Lymborchs, oftewel een A4-formaat. Men vermoed dat hertog Filips de Stoute het werk, dat waarschijnlijk aan het pauselijk hof in Avignon is ontstaan in opdracht van kardinaal Napoleone Orsini, heeft aangekocht voor het kartuizer klooster in Champmol. Dat klooster was bestemd om de necropolis van de Bourgondische hertogen te worden, waar de beste kunstenaars van hun tijd, Broederlam, De Baerze, Sluter, Maelwael, Van Werve en anderen hun bijdrage aan leverden. De drie broers uit Nijmegen hebben vast hun oom Johan Maelwael en het hertogelijk atelier, dat hij in Dijon leidde, bezocht en van de gelegenheid gebruik gemaakt het veelluik van Martini grondig te onderzoeken. De broers hoefden dus niet per se op reis naar Italië om althans deze werken te zien, omdat Italiaanse kunst naar Frankrijk kwam.
Opvallend is de vergelijking tussen de Kruisafneming op een fresco van Pietro Lorenzetti in Assisi en de Beklaging door Maria, als Christus van het kruis is genomen in een miniatuur uit de Belles Heures. De wenende vrouw in de rode mantel, voorovergebogen om de voeten van Christus te zalven, komt in beide werken overeen. Omdat het een muurschildering is, moesten de broers hier wel naar toe om het te kunnen bewonderen, hoewel we daar dus (nog) geen bewijs van hebben.
Van de graflegging van Simone Martini nemen de Van Lymborchs de wenende vrouw over, die haar lange blonde haarlokken uit het gezicht haalt. Blijkbaar waren zij daar zo verrukt van dat deze figuur tweemaal wordt ingevoegd in een scène in de Belles Heures.

Simone Martini, De graflegging, ca. 1326-34 en de gebroeders Van Lymborch, De graflegging en De bewening, Belles Heures fol 152r en fol. 149v.
Stufkens publiceerde in 2022 twee andere voorbeelden. De aankleding van de Romeinse soldaten lijkt vanaf hun jeugdwerk, de Bible moralisée, geïnspireerd op die uit Italië, met name Martini’s Romeinse soldaten met hun epauletten met stroken leer of hun wapenrok met dezelfde lederen stroken. Een ander voorbeeld komt uit de Santa Croce van Florence in het werk van Gaddi, de Vinding van het Ware Kruis door St Helena. St Helena zelf is met haar hoofddeksel voor een reiziger, een chapel à bec, waarop een metalen band/kroon met fleurons en om haar hals een dunne halsdoek om zichzelf te beschermen tegen stof, zand of wind, in deze vorm overgenomen in de miniatuur van De verheffing van het kruis in de Très Riches Heures (fol. 193r).


Nash betoogt dat de Van Lymborchs niet simpelweg figuren en houdingen kopieerden, maar de functie van de houding binnen het verhaal volledig begrepen en deze in een nieuwe houding en vorm plaatsten in hun eigen werk. ‘They clearly knew the surface of these works at first hand’, concludeert Nash. Hoewel er geen enkele bron is die direct bewijst dat een van de broers, of alle drie, in Italië zijn geweest, is de navolging in omvang en intelligentie zo groots en overduidelijk dat alleen het gebruik van modelboeken volstrekt onvoldoende moet zijn geweest. Eigen aanschouwing van de muurschilderingen en altaarstukken in Padua, Florence, Siena of Assisi is eigenlijk de enige zinnige verklaring voor hun zo intense en intieme kennis en overdracht van de Sienese kunstenaars in hun eigen werk. ‘Yet to be fully enumerated…’ stelt Nash die daartoe zelf in staat moet worden geacht.
De Van Lymborchs zijn de eersten die na de gebroeders Lorenzetti met hun panoramische landschappen op de muren van het stadhuis van Siena over het Goede Bestuur het landschap hebben heroverd en met diverse nieuwe trucs diepte hebben weergegeven. Hoewel perspectivisch nog niet kloppend ogen de landschappen overtuigend, mede dankzij kleurperspectief en een gecombineerd standpunt van onderen en van boven. Er zijn verschillende momenten dat de gebroeders tezamen of een van hen de fresco’s in Siena en elders met eigen ogen zouden kunnen hebben bestudeerd. Met name in de voorbereidende periode of ten tijde van het Concilie van Pisa, waar hun opdrachtgever Jan van Berry actief bij betrokken was, omdat ook hij via zijn aalmoezenier en theologen aan zijn hof de pogingen ondersteunde om het Westers Schisma op te lossen. Deze overigens faliekant mislukte poging was het hoofdpunt op de agenda. Dat concilie begon in maart 1409, het jaar waaraan de Nijmeegse broers nog aan de Belles Heures werkten, en werd in de jaren daarvoor voorbereid. Mogelijk hebben de gebroeders hun hertog vergezeld, hoewel ook de reis van Jan van Berry onzeker is. Nash betoogt dat reizen van de broers naar Italië -ondanks een definitief bewijs uit primaire bronnen- net zo aannemelijk zijn als de regelmatige reizen vanuit Bourges en Parijs naar Nijmegen, die wel goed zijn geboekstaafd in de stadsrekeningen van Nijmegen.
Ambrogio Lorenzetti, Allegorie op het Goede Bestuur, 1338-39, Palazzo Pubblico en drie landschappen van de Van Lymborchs.