Wat doet die kat daar?

Zijn de Van Lymborchs ook al de pioniers van de ‘zinne- en minnebeelden’?

Het februariblad in de Très Riches Heures du duc de Berry van de gebroeders Van Lymborch is om velerlei redenen vernieuwend: het toont het eerste geloofwaardige en complete sneeuwlandschap in de Westerse kunstgeschiedenis met overtuigende details. Kijk eens naar de afdrukken van voetstappen in de verse sneeuw of de warme asem uit de mond van boer die snel en koukleumend huiswaarts keert. Of het prachtige groepje zwart-witte vogels pikkend in het graan. Tot op heden is een detail onopgemerkt gebleven: de kat aan de voeten van de boerin. Wat doet die kat daar?

Een visuele truc
Dat we deze kat kunnen zien, evenals de twee boerinnen en boer in hun boerderij, is op zich al bijzonder, hoewel menigeen dat zal ontgaan en als een normaal, vanzelfsprekend beeld, ervaart. Het is echter het gevolg van een visuele truc, de kunstenaars hebben voor het gemak de voorgevel weggehaald alsof het een decorstuk betreft van een toneelstuk. Vanuit het standpunt van energiebesparing allesbehalve een gelukkige ingreep, de warmte van het haardvuur vliegt zo de buitenlucht in. Maar vanuit het oogpunt van de beschouwer is deze wel zeer gelukkig en effectief. Daardoor krijgen we een intiem inkijkje in de huisvesting, vooraan de kamer met de open haard, achteraan een grote, nette bedstee. En de was is over een stok gedrapeerd om te drogen, het moet dus wel warm zijn.

Herman, Paul en Johan van Lymborch, Februariblad, Très Riches Heures du duc de Berry, 1410/11-1416. Chantilly, Musée Condé.

Februariblad uit het Breviarium Grimani (begin 15e eeuw). Naast de poes is een plassende jongen toegevoegd.

 

Zonder blikken of blozen
Naast de voorste boerin hebben haar buren achter haar hun kleding omhoog getrokken, zodat de genitaliën zich lekker kunnen warmen aan het vuur. Dat is niet geheel zonder gevaar, want vanuit het vuur schieten de vonken omhoog. De voorste boerin is juist bezig haar blauwe kleding omhoog te tillen en zij lijkt daarbij in direct oogcontact te staan met de witte kat of poes voor haar. Die beantwoordt haar blik door het kopje zonder blikken of blozen naar haar toe te draaien en nieuwsgierig en verwachtingsvol omhoog te richten. Wat volgt laat zich raden. Is dit een toevallig moment of heeft het een betekenis? Is het alleen een symbool van ‘huiselijkheid’ of is er meer aan de hand? Krijgt hier de uitdrukking ‘Eigen haard is goud waard’ wel een heel aparte invulling?

Ondergoed & zwemkleding
Het ontbloten van de genitaliën op zich is totaal niet opmerkelijk in een tijd dat boeren en boerinnen geen ondergoed kenden. De preutse, schaamtecultuur van de Victoriaanse tijd, die tot de dag van vandaag soms in extreme vormen voortduurt, was hen totaal onbekend.
Het blijkt ook uit de naakte baders op het augustusblad van de Van Lymborchs. Op een warme zomerse dag, helemaal verdroogd door het uren werken in het stof, hebben de landarbeiders zich ontdaan van hun kleding en zijn naakt in het meertje gesprongen voor de nodige verkoeling. Zwemkleding bestond toen evenmin als ondergoed en het gebrek aan die kledingonderdelen zou bij de werkende stand lang duren. Nog in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuwen sprongen de stripfiguren Bulletje en Bonestaak in hun blootje het water in. Hoe het huidige publiek op deze tekeningen van Van Raemdonck zou reageren, indien hij deze nu nieuw zou tekenen en publiceren, laat zich raden. Het is daarom onhistorisch om 21e eeuwse waarden te projecteren op die van de 14e eeuw.

Handige moordenaar
Dat een kat zich in de boerderij bevindt is meer dan logisch, als vanger van muizen en ratten, die een enorme economische schade in de middeleeuwen veroorzaakten door het opvreten van het opgeslagen graan, was het de beste verzekering tegen verlies van de graanoogst. Het aantal kleine dieren dat aan de tanden van de effectieve moordenaarsmachine van deze katten ten prooi valt loopt volgens hedendaagse berekeningen in België en Nederland alleen al op tot vijftig miljoen dieren per jaar!*

Katten en hun betekenis
Maar de kat is meer dan alleen een onmisbare verdelger, het mysterieuze dier heeft in de loop van de eeuwen vele eigenschappen en betekenissen door mensen toebedeeld gekregen, zowel positieve als negatieve. Zo hadden de Egyptenaren een grote bewondering voor katten, dat o.a. blijkt uit Bastet, de vruchtbaarheidsgodin met het gezicht van een kat en het lijf van een vrouw (het prototype derhalve van de ‘Catwoman’). De vruchtbaarheidsgodin in de Noorse mythologie, Freya, de mooiste en meest wellustige, liet haar strijdwagen voorttrekken door katten. De associatie van katten met vruchtbaarheid en seksualiteit in de middeleeuwen heeft daarom al een lange voorgeschiedenis.

Literatuur
De gebroeders Van Lymborch konden zich tot vele literaire bronnen wenden om meer over de rol en betekenis van katten en poesen te lezen. Jacob van Maerlant in zijn Der nature bloeme, Albertus Magnus in zijn De Animalibus, in Esopet…., teveel om op te noemen. In een margetekening van de Speculum doctrinale opgesteld door een Dominicaanse priester loopt een vrouw een kat achterna met een fallus in zijn bek. In Groede is een 14e eeuws pelgrimsteken gevonden van een kat met een penis in de bek. Tybeert, de onfortuinlijke kater uit Van de vos Reynaarde, bijt in het geslachtsorgaan van de priester om uit de strop te ontkomen, die de listige vos voor hem heeft gespannen. Mogelijk als straf voor het overspel van de priester valt zijn ‘beurs zonder naad, waarmee men de beiaard slaat’ oftewel zijn scrotum, op de vloer. De door de duivel bezeten katten tonen de angst voor onvruchtbaarheid en castratieangst.

Vincent van Beauvais, Speculum doctrinale, 13e eeuw, Stadsbibliotheek Brugge, nr. 251, fol. 299v.
Gravure, 1555. Een non probeert een kat te lokken met vis in ruil voor een gestolen penis. Coll. Rijksmuseum.

Pelgrimsinsigne, 2e helft 14e eeuw, Groede. Kat met penis in de bek.

 


Seksualiteit in de middeleeuwen

Bovenstaande voorbeelden geven al aan dat de middeleeuwer anders tegenover seksualiteit en erotiek aankeek. Wat men nu doorgaans als scrabeus en schunnige smeerlapperij beoordeelt maakte in de 14e en 15e eeuw onlosmakelijk onderdeel van de cultuur uit. Ook die van de verfijnde, aristocratische hoofse cultuur, of juist daarin, als contrapunt. Het werd niet als schokkend ervaren en kan als verklaring dienen voor de getoonde genitaliën en de rol die de kat in het februariblad spelen. Het zal door de opdrachtgever van de Très Riches Heures, Jan van Berry, en andere aanschouwers alleen maar zijn gewaardeerd. De hertog van Berry werd door de Parijse bevolking zelf hartstochtelijk aangevallen om zijn seksuele perversiteiten, waarbij de schrijver van een schotschrift hem als strafmaat toedichtte dat hij naakt aan het spit zou moeten worden geregen en voor eeuwig in het vuur rondgedraaid.

De kat als sekspoes
Katten zouden wellustig zijn, tijdens de paartijd helemaal dol worden en onvermoeibaar op jacht naar muizen, zoals mensen onstuitbaar seksuaal genot nastreven. Een gedicht van later datum gaat over een meisje dat haar kater kwijt is, waarop haar geliefde vraagt of hij diens plaats mag innemen, in haar hart en haar schoot: ‘Mag ik uw poesje wezen; gun mij uw schoot, die hij genoot; Ik zal u poes, poes, poes zijn totter dood.’
Dat de poes in het Februariblad van de gebroeders Van Lymborch een seksuele connotatie kan hebben is op zich dus niet verbazingwekkend, de literatuur uit hun tijd was er van vergeven. Maar in de autonome schilderkunst is het een nieuw verschijnsel, stomweg omdat de kalenderbladen aan het begin staan van deze autonome, wereldse kunstvorm. Ruim twee eeuwen later zal het een van de aspecten van de kunst in de Gouden Eeuw worden: de zinne- en minnebeelden, oftewel de emblemata. Het is een typisch Nederlands fenomeen. Een embleem bestaat uit een afbeelding (pictura), een opschrift (motto) en een onderschrift (scriptura) en betreft vaak moralistische boodschappen. De uitgaven, zoals die van Jacob Cats of Roemer Visscher, waren immens populair in de Nederlanden en verschenen in hoge oplages.

Penning ‘Eigen haart is gout waart’, 1564, KBR, Brussel Penningenkabinet, med. D.

De Van Lymborchs staan aan het begin
Het beeld van een kat aan de voeten van een vrouw die haar kleding omhoog doet of benen spreidt komt na de Van Lymborchs dan ook met enige regelmaat voor in deze minne-en zinnebeelden, in prenten, schilderijen of penningen. Zo wijst een poes met zijn pootje tussen de opengespreide benen naar de open vulva van een vrouw op een penning uit 1564, met als opschrift ‘Eygen haart is gout waart’ (Koninklijke Bibliotheek van België, Penningenkabinet, médailler D). Dit schunnige beeld is overgenomen van een bijzonder populare gravure die veel aftrek vond in de Nederlanden. Naast haar staat de pot op het vuur.
Jan Steen laat een dronken vrouw achterover hangend zien met de benen wijd gespreid, waarvoor een poes afwachtend en belangstellend omhoog kijkt. Cornelis de Man is in zijn Vrouw met kat en interieur (1666) minder expliciet, maar de relatie tussen de toekijkende poes en het koppel dat het liefdesspel gaat spelen, is evenzogoed aanwezig. 
Deze beeldtraditie loopt lang door en kent vele voorbeelden. In 1926 schildert de Gelderse kunstenaar Harmen Meurs zijn toenmalige vrouw nadat zij zich in een teil water heeft gewassen. In het intieme interieur likt een kat er zijn voorpootje bij af.
Het staat in een eeuwenlange iconografische traditie die begint met de Van Lymborchs.

Jan Steen, Het dronken paar, 1655-65. Rijksmuseum, Amsterdam.
Cornelis de man, Schakend koppel met kat, 1666.
Harmen Meurs, Naakt in interieur met poes, 1926. Part. coll.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

* Dit artikel is mede gebaseerd op het leuke boek van Erik Aerts, Zat het snor? Een geschiedenis van kat en mens in de Lage Landen, 2020. De berekening van het aantal opgevreten dieren staat op pagina 32, waar katten ‘de sociopaten van de huisdierenwereld’ worden genoemd.

Onze Gewaardeerde Partners